Het te betalen port werd bepaald door de som van het binnenlands port van beide landen tot respectievelijk vanaf ieders grenskantoor (Richtlijn van 22 november 1815). Voor de Nederlandse tarieven naar het grenskantoor zie Posttarieven voor binnenlandse post. Echter de gewichtsprogressie was voor buitenlandse bestemmingen soms formeel iets afwijkend want die was in het verdrag vastgelegd en kon dus niet eenzijdig worden aangepast.
Thurn-und-Taxis Post
De Thurn-und-Taxis Post was een particulier bedrijf dat werd beheerd door het prinselijk huis van Thurn-und-Taxis met het hoofdkantoor in Regensburg. Zij verzorgden de postdienst voor veel Duitse staten die zelf geen onafhankelijke postadministratie hadden.
In onderstaande tabel staan de tarieven van Thurn-und-Taxis Post per 14 augustus 1811 tot ½ Loth in Kreuzer, afstand gemeten in vogelvlucht. In de latere postverdragen zijn de posttarieven hierop gebaseerd, echter is de eerste schijf tot 1 Loth. De tarieven zijn door mij omgerekend in gute Groschen welke munt in het noordelijk deel van Duitsland werd toegepast.
Tarief 14-8-1811: tot ½ Loth |
Postverdragen: tot 1 Loth |
|||
Duitse mijlen |
Zuid-Duitse Kreuzer |
gute Groschen |
Zuid-Duitse Kreuzer |
gute Groschen |
t/m 2 |
2 |
⅔ |
3 |
1 |
t/m 6 |
4 |
1⅓ |
6 |
2 |
t/m 12 |
6 |
2 |
9 |
3 |
t/m 18 |
8 |
2⅔ |
12 |
4 |
t/m 24 |
10 |
3⅓ |
15 |
5 |
t/m 30 |
12 |
4 |
18 |
6 |
t/m 36 |
14 |
4⅔ |
21 |
7 |
t/m 48 |
16 |
5⅓ |
24 |
8 |
+ 12 |
2 |
+ ⅔ |
3 |
+ 1 |
1 Duitse mijl = 7,5325 km.
Tariefsprogressie was in 1811:
Basistarief tot ½ Loth: ½ - 1 Loth = 1½ x; 1 - 1½ Loth = 2 x basistarief.
In de postverdragen van 1815 en 1817 echter: Basistarief tot 1 Loth: 1 - 1½ Loth = 1½ x; 1½ - 2 Loth = 2 x basistarief.
1 Loth = circa 14,6 gram (vanaf 1821 wigtje genoemd).
Bekijk de volledige lijst uit 1815 (bijlage Circulaire 67 van 22-11-1815) voor het port in stuivers voor postkantoren in het Thurn-und-Taxis postgebied.
Hannover en post naar het noorden ("Noordsche Correspondentie")
Na het vertrek van de Fransen wordt Zwolle het eerste grenskantoor voor de uitwisseling van de post met de Hannoverse postdienst, nadat de stad op 12 november 1813 door de Kozakken was bevrijd (Circulaire 14). Op 20 november 1814 wordt Zwolle vervangen door Deventer. Op 1 maart 1815 wordt Almelo het grenskantoor en op 1 januari 1825 wederom Deventer. Almelo blijft dan als secundair grenskantoor. Op 1 april 1848 wordt het grenskantoot Deventer opgeheven en vervangen door Arnhem, Oldenzaal en (voor de Groningse post) Winschoten.
Per 1 januari 1818 wordt het postcontract met Hannover van kracht.
De tarieven van grenskantoor Nordhorn, vanaf 1 maart 1815 in verbinding met het Nederlands grenskantoor Almelo (vanaf 1 januari 1825 primair met Deventer) en het secundaire kantoor in Oldenzaal (vanaf 1 juli 1831) naar enkele belangrijke of relevante steden in Hannover waren:
15-12-1817 |
01-09-1818 |
12-07-1834 |
01-04-1848 |
|
stuiver |
stuiver |
cent |
cent |
|
Celle | 7 |
6 |
30 |
25 |
Göttingen | 7 |
7 |
30 |
30 |
Hannover | 6 |
5 |
25 |
25 |
Lingen | 2 |
2 |
10 |
10 |
Neuenhaus | 1 |
1 |
5 |
15 |
Osnabrück | 3 |
3 |
15 |
20 |
Stade | 7 |
5 |
30 |
25 |
Bekijk de volledige portlijsten van 1817 (bijlage Circulaire 105), 1818 (Circulaire 123), 1834 (Circulaire 265), 1848 (Circulaire 381) en 1848 voor Oldenburg (idem).
Postaal waren de omrekeningskoersen als volgt:
1 gute Groschen = 12 Pfennig = 1½ Nederlandse stuiver = 7½ cent.
Brief van Zwolle naar Göttingen, Hannover, 2 augustus 1819 met stempel ZWOLLE. Port tot het Nederlands grenskantoor met Duitsland, t/m 15 gram: 3 stuiver = 2 gute Groschen + port vanaf het Duits grenskantoor, tot 1 Loth: 6 gute Groschen (linksboven genoteerd in blauw) = 8 gute Groschen. Portaandeel voor Hannover (volgens tabel 7 stuiver =) 4⅔ gute Groschen.
Brief van Zwolle naar Rheine, 27 oktober1821 met stempel ZWOLLE. Port tot Nederlands grenskantoor Almelo, t/m 15 wigtjes: 3 stuiver = 2 gute Groschen. Port vanaf Duits grenskantoor Nordhorn naar Osnabrück, tot 1 Loth: 3 stuiver = 2 gute Groschen, totaal 4 gute Groschen. Bestelloon Osnabrück - Rheine: 2¾ gute Groschen.
Brief van Zwolle naar Bad Laer bij Osnabrück, Hannover, 23 februari 1834 met rondstempel ZWOLLE 23 / FEBR / *, Ø 27 mm in rood. Tarief: Nederlands traject tot grenskantoor Oldenzaal voor plaatsen in de regio, waaronder Zwolle (Circulaire 33 van 1814): 15 cent; tarief van grenskantoor Nordhorn tot Osnabrück (Circulaire 123, per 1 september 1818): 15 cent ofwel 2 gute Groschen; bestelloon Osnabrück tot Laer: 3½ gute Groschen.
Pruisen
Op 24 januari 1814 worden na het vertrek van de Fransen voorlopige bepalingen vastgelegd voor het onderlinge postverkeer (Circulaire 10). Arnhem wordt grenskantoor in verbinding met Düsseldorf en secundair Emmerich. Op 25 juli 1814 wordt Emmerich het enige Pruisische grenskantoor voor de Nederlandse correspondentie.
Op inkomende brieven uit Duitsland wordt een surtaxe berekend boven het Duitse port, zie Circulaire 10 voor de volledige tabel:
Grenskantoor |
Overige |
|
Gram |
Stuiver |
Stuiver |
tot 6 |
2 |
4 |
tot 8 |
3 |
5 |
tot 11 |
3 |
6 |
tot 15 |
4 |
8 |
tot 22 |
5 |
10 |
tot 30 |
6 |
12 |
tot 37 |
7 |
14 |
Voor uit Nederland afkomstige brieven naar Duitsland is het tarief gesplitst in post naar kantoren gelegen boven Frankfurt, die tot Keulen vooruitbetaald moest worden en post naar kantoren gelegen beneden Frankfurt, die tot Frankfurt vooruitbetaald moest worden:
Boven Frankfurt, |
Beneden Frankfurt, gefrankeerd tot Frankfurt |
|
Gram |
Stuiver |
Stuiver |
tot 10 |
8 |
10 |
tot 15 |
10 |
14 |
tot 20 |
12 |
18 |
tot 25 |
14 |
22 |
tot 30 |
16 |
26 |
+ 5 |
+ 2 |
+ 5 |
Brief van Zwolle naar Elberfeld bij Wuppertal, Pruisen, 6 december 1814 met stempel ZWOLLE. Elberfeld ligt boven Frankfurt: Port vooruitbetaald tot Keulen, 10-15 gram: 10 cent. Dit had niet op de brief genoteerd moeten worden maaar op een geleideformulier.
Op 15 augustus 1817 treedt het postcontract (traktaat) met Pruisen in voege (Circulaire 100 van 30-7-1817, zie de Instructie voor de Postkantoren). Primaire grenskantoren worden Arnhem in verbinding met Emmerich en Nijmegen in verbinding met Kleve. Daarnaast zijn er secundaire grenskantoren voor lokale correspondentie.
De tarieven van grenskantoor Emmerich, in verbinding met grenskantoor Arnhem naar enkele belangrijke of relevante steden in Duitsland waren tot en met 15 gram of wigtje (afwijkend van het binnenlands port) of 1 Loth:
01-12-1815 |
15-08-1817 |
01-05-1826 |
01-02-1846 |
|
stuiver |
stuiver |
Sgr |
Sgr |
|
Aken |
5 |
4 |
4 |
2½ |
Berlijn |
9 |
5 |
||
Danzig |
14 |
14 |
6 |
|
Dortmund |
4 |
4 |
3 |
2 |
Düsseldorf |
3 |
3 |
2½ |
1½ |
Hamburg |
7 |
4 |
||
Keulen |
3 |
3 |
2 |
|
Kleve |
2 |
1 |
||
Koblenz |
5 |
5 |
5 |
3 |
Münster |
4 |
3 |
2 |
|
Paderborn |
6 |
5 |
3 |
|
Posen |
15 |
12 |
5 |
|
Saarbrücken |
6 |
6 |
4 |
|
Stettin |
11 |
|||
Stralsund |
14 |
10 |
5 |
|
Trier |
6 |
6 |
6 |
4 |
Wetzlar |
5 |
6 |
5 |
3 |
Bekijk de volledige lijst uit 1817 in gute Groschen voor brieven naar postkantoren in Pruisen.
Postaal waren de omrekeningskoersen als volgt:
1 gute Groschen = 12 Pfennig = 1½ Nederlandse stuiver = 7½ cent.
Pruisen voerde op 1 mei 1826 nieuwe munteenheden in:
1 Silbergroschen = 12 Silberpfennig = ± 5,889 Nederlandse cent.
In Sachsen, Hannover en Thurn-und-Taxis bleef de gute Groschen.
De tarieven werden vanaf 1 mei 1826 in Silbergroschen:
Duitse |
Silber- |
mijlen |
groschen |
t/m 2 |
1 |
t/m 4 |
1½ |
t/m 7 |
2 |
t/m 10 |
2½ |
t/m 15 |
3 |
t/m 20 |
4 |
t/m 30 |
5 |
+ 10 |
+ 1 |
1 Duitse mijl = 7,5325 km.
Brief van Zwolle naar Orsoy, Pruisen, 26 december 1826 met stempel ZWOLLE. Port voor Zwolle - Nederlands grenskantoor Nijmegen: 4 stuiver = 3½ Sgr + Duits grenskantoor Kleve - Orsoy: 2 Sgr = 5½ Silbergroschen.
Brief van Coevorden via Zwolle, het postkantoor waar deze stad onder ressorteerde, voor doorzending naar Berlijn, Pruisen, 27 juli 1827. Stempel ZWOLLE. Het port bedroeg tot het Nederlandse grenskantoor Arnhem 15 cent (genoteerd in zwart rechts, later doorgehaald) ofwel 2½ Silbergroschen (5,889 Sgr = 1 cent); van Duits grenskantoor Emmerich naar Berlijn: 9 Sgr., genoteerd op de achterzijde, totaal 11½ Sgr., genoteerd op de voorzijde in rood (Circulaire 206, 17-4-1826 m.b.t. Pruisische tarieven).
De gevolgde route is: Coevorden - Zwolle - Deventer - Arnhem - Emmerich - Osnabrück - Hannover - Berlijn.
Duits-Oostenrijkse Postvereniging (Deutsch-Österreichischer Postverein, DÖPV)
Op 1 juli 1850 trad de Duits-Oostenrijkse Postvereniging in werking. Het doel van de DÖPV was het vaststellen van uniforme regels voor de tarieven en de behandeling van poststukken, alsmede voor het transito verkeer, niet alleen voor de wederzijdse grondgebieden, maar mogelijk voor het gehele Duitse grondgebied.
Op 1 april 1851 treedt een Postverdrag tussen Nederland en Pruisen in voege. De posttarieven worden nu bepaald door de som van:
a) Het tarief voor het Nederlandse traject voor een brief tot en met 15 wigtje (gram):
Tot en met 30 km van het Nederlandse grenskantoor: 5 cent = 1 Silbergroschen
Boven de 30 km van het Nederlandse grenskantoor: 10 cent = 2 Silbergroschen
b) Het tarief voor het Duitse traject binnen de Duits-Oostenrijkse Postvereniging, gerekend vanaf c.q. tot het Duitse grenskantoor:
Afstand |
Gewicht |
Noord Duitsland |
Zuid Duitsland |
in Loth |
Silbergroschen |
Kreuzer |
|
t/m 10 Duitse mijl |
1 |
1 |
3 |
10 - 20 Duitse mijl |
1 |
2 |
6 |
vanaf 20 Duitse mijl |
1 |
3 |
9 |
1 Duitse mijl = 7,5235 km. De afstand van zowel het Nederlandse als het Duitse traject werd in rechte lijn gemeten.
1 Silbergroschen = ± 5,889 Nederlandse cent. Bij de tariefberekening werd in Nederland de Silbergroschen op vijf cent naar boven afgerond, behalve voor 1 Silbergroschen, die werd naar beneden afgerond op vijf cent.
1 Pruisisch Loth werd postaal met 15 gram gelijkgesteld.
Brief van Zwolle naar Ankum bij Lingen, Hannover, Duitsland, 8 oktober 1855. Datumstempel ZWOLLE met dag, maand en jaartal, Ø 25 mm in rood. Port Nederlands traject boven 30 km 10 cent + Hannovers traject tot 10 Duitse mijlen: 1 Silbergroschen = 2 1/6 Silbergroschen. De route liep via het grenskantoor Oldenzaal naar Lingen en Ankum.
Brief van Koblenz, Pruisen naar Zwolle, 8 mei 1861. Pruisisch stempel FRANCO. Het port is betaald door de afzender: Tarief: voor het traject Koblenz - grenskantoor Aken (tarief voor een afstand tussen 10 en 20 Pruissische mijl = tussen 75 en 150 km): 2 Sgr + voor het traject grenskantoor Maastricht - Zwolle: 2 Sgr = 4 Silbergroschen, links genoteerd in rood en doorgehaald, want al betaald. Hoewel de afzender dus 2 Silbergroschen = 12 cent betaalde voor het Nederlandse traject vergoedde Pruisen 10 cent aan Nederland. Geschreven "Cito" = spoed.
Op 1 januari 1864 werd op grond van het Postverdrag met Pruisen voor het Nederlandse traject de afstandsgrens van 30 km afgeschaft (dat gold alleen voor het postverkeer met en via Duitsland, niet voor binnenlandse post), het portaandeel werd voor het hele land hetzelfde: tot en met 15 wigtjes 10 cent.
De Duits-Oostenrijkse Postvereniging werd nu opgedeeld in twee rayons:
Het eerste rayon (de Rijnprovincies, Westfalen, Birkenfeld, Waldeck en Pyrmont), per Loth: 2 Silbergroschen
Het tweede rayon, voor de rest van de postvereniging, per Loth:3 Silbergroschen
Voor ongefrankeerde brieven gold een toeslag van 5 cent of 1 Silbergroschen per Loth.
Voorbeeld van pakketpost:
Geleidebrief (circulaire) bij een pakje gemerkt H S 2 uit Zwolle. Op 25 juni 1861 buiten de post om vervoerd naar Koblenz. In Koblenz op de post gedaan naar Potsdam, Pruisen. Kastjestempel COBLENZ en etiket 297. AUS COBLENZ . Het tweede deel van dit etiket moest op het pakje worden geplakt. Niervorig aankomststempel POTSDAM. Te betalen port door de geadresseerde voor een pakje van 18 Loth (linksboven aangegeven 18 L): 6 Silbergroschen, genoteerd in blauw. Op de achterzijde een mooi firmastempel.
Beieren
In Zuid-Duitsland en Oostenrijk waren de tarieven in de daar courserende Kreuzer:
1 Silbergroschen = 3½ Zuid-Duitse Kreuzer = 2,857 Oostenrijkse Kreuzer.
In sommige postverdragen echter: 1 Silbergroschen = 3 Zuid-Duitse Kreuzer.
1 stuiver = 5 cent = 3 Zuid-Duitse Kreuzer.
Brief van Zwolle naar Markt Einersheim bij Kitzingen, Beieren, 11 juli 1819 met stempel ZWOLLE. Port vooruitbetaald tot Frankfurt am Main (notitie linksonder). Port Zwolle - grenskantoor Arnhem: 3 stuiver. Port grenskantoor Emmerich - Frankfurt: 8 stuiver (Conventie Nederland - Pruisen 21-6-1817). 3 en 8 in rood genoteerd, doorgehaald want al vooruitbetaald. Port naar bestemming: 4 Kreuzer, betaald door de geadresseerde.
De gevolgde route is: Zwolle - Arnhem - Emmerich - Koblenz - Frankfurt - Asschaffenburg - Würzburg - Markt Einersheim
Laatst bijgewerkt op
29.09.2023 15:48
uur.
Copyright © 2019 -
G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands
Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?